Cursus Raku / Essentiëlen / Positionele datentypen
Arrays
Arrays zijn aggregatiedatatypen die meer dan één waarde kunnen bevatten. Dat onderscheidt arrays van scalaire items. Array-elementen kunnen worden geïndexeerd (of gesubscript). Met andere woorden, de elementen hebben een positie (wat de algemene naam voor dit soort data verklaart: positionals).
Array-variabelen gebruiken een ander soort sigil: @
. De regels voor de variabelenaam zijn hetzelfde als voor scalairs.
my @cities;
Tot nu toe is de array genaamd @cities
aangemaakt. Je kunt deze vullen met enkele waarden:
@cities = 'Parijs', 'Rome', 'Berlijn';
Als alternatief is het mogelijk om de waarden direct te initialiseren:
my @cities = 'Parijs', 'Rome', 'Berlijn';
Indexeren
Om toegang te krijgen tot een enkel item van een array, gebruik je een paar haakjes die je na de naam van de variabele plaatst:
say @cities[1];
Merk op dat de sigil altijd hetzelfde blijft. Aangezien elementen vanaf nul worden geteld, is het element @cities[1]
'Rome'
in ons voorbeeld.
Arrays zijn muteerbaar, dus je kunt de items ervan eenvoudig wijzigen door er simpelweg een nieuwe waarde aan toe te wijzen:
@cities[0] = 'Rome';
@cities[1] = 'Parijs';
Hierna zal de uitspraak say @cities[1]
de nieuwe waarde 'Parijs'
afdrukken.
Grootte
Om de huidige lengte van een array te krijgen, of, met andere woorden, het aantal elementen, gebruik je de elems
-methode:
say @cities.elems; # 3
Als de array verschijnt in een context waar de verwachte parameter een getal is, is de retourwaarde de grootte van de array:
say +@cities; # 3
Hier vereist de +
prefix-operator een numerieke waarde van zijn argument, dus het resultaat van +@cities
is 3
.
Cursusnavigatie
← Positionele datentypen | Positionele datentypen / Geneste arrays →
💪 Or jump directly to the exercises to this section.
Deze pagina is automatisch vertaald met ChatGPT 4o. Originele Engelse tekst.
Vertalingen van deze pagina: English • Deutsch • Español • Italiano • Latviešu • Nederlands • Български • Русский • Українська